De minister van Gehandicaptenzaken, Rick Brink, heeft drie heldere doelen

De eerste minister van Gehandicaptenzaken, Rick Brink, is inmiddels een aantal maanden in functie. Rick Brink werd gekozen op 17 juni 2019 tijdens een live televisie-uitzending. Het betekende voor hem afscheid nemen van zijn baan als financieel projectmanager bij DION Salarisbureau en een jaar lang werken in de spotlights.

Hoe bevalt het ministerschap?
“Ik ben heel trots dat ik hier mag werken, dat mij alle ruimte wordt gegeven om de speerpunten te realiseren en daarbij wordt ondersteund door een team van zeven mannen en vrouwen die met mij het verschil willen maken voor die grote groep van mensen met een beperking in ons land. Dat maakt me trots en is enorm motiverend. De KRO-NCRV steekt met dit project behoorlijk haar nek uit. Het is een publieke omroep en door deze functie in het leven te roepen laat ze zien dat ze echt werk maken van hun slogan ‘Laten we meer naar elkaar omkijken’.”

Waarin heb jij je onderscheiden van de andere kandidaten?
“Uiteindelijk zou je dat de kijkers moeten vragen, haha. Maar ik heb een politieke achtergrond en heb met mijn goede vriend Piet-Cees van der Wel een campagneplan gemaakt. Met heldere doelen, herkenbaar en aansprekend voor een grote groep mensen. En ik geloof sterk in verbinding, dat je het met elkaar moet doen. Dat heeft mensen aangesproken, denk ik.”

Wat is je belangrijkste doel als minister van Gehandicaptenzaken?
“Uiteindelijk wil je natuurlijk dat de functie van minister van Gehandicaptenzaken een deel wordt van de politiek in Den Haag. Zover zijn we nog niet. Ik heb gekozen voor drie heldere doelen, die we in het komend jaar willen bereiken. Een inclusieve start voor alle kinderen, en daarbij specifiek aandacht voor inclusieve speeltuinen. Meer stageplekken voor studenten met een beperking want de uitval onder deze groep is hoog. Meer zichtbaarheid van mensen met een beperking in de media. Niet omdat ze een beperking hebben, maar omdat ze kennis en kunde hebben en toevallig een beperking.”

Merk je dat je als minister ‘verschil’ maakt?
“De impact is echt boven verwachting, zowel voor mij als voor KRO-NCRV die dit initiatief heeft genomen. Ik word door praktisch alle politieke partijen regelmatig benaderd om in gesprek te gaan en ben ook regelmatig in Den Haag om mijn speerpunten onder de aandacht te brengen. De media weten ons goed te vinden en ik praat veel met belangenorganisaties om verbindingen te leggen, thema’s op de agenda te krijgen en mijn eigen kennis te verdiepen en te verbreden. En bewindspersonen zien mij ook als ‘luis in de pels’. Daarnaast ben ik een minister-met-camera dus bij mijn bezoeken en overleggen gaat vaak iemand mee om dit vast te leggen zodat we ook transparant zijn in wat we doen.

Je gaat regelmatig op werkbezoek. Welk werkbezoek heeft de meeste indruk op je gemaakt?
“Onlangs was ik bij ’s Heeren Loo in Apeldoorn. Ze bieden zorg aan mensen met een verstandelijke beperking. Ik was daar onder de indruk van hoe zij nieuwe technologieën gebruiken om de bewoners meer zelfstandigheid te geven. Innovatie kan op meerdere vlakken zoveel betekenen voor mensen met een beperking. “

Werk is een belangrijk aspect bij het ‘mee te doen in de maatschappij. Hoe is jouw carrière verlopen?
“Toen ik 16 was wilde ik een mobieltje. Mijn ouders zeiden: Rick jongen, dan moet je net als ieder ander een bijbaantje gaan zoeken. Ik kon destijds nog geen pak melk optillen, dus in vakkenvullen zou ik geen ster worden. Maar nadat ik zowat alle bedrijven in de omgeving had aangeschreven, kreeg ik mijn eerste baantje als telefonist bij een taxicentrale. Ik voelde me nog  meer onderdeel van de maatschappij want ik kreeg geld vanwege mijn prestaties, niet vanwege mijn handicap. Later ben ik, na mijn studie in Zwolle, gaan werken in Hardenberg bij DION Salarisbureau. Mijn werkgever heeft daar gezegd tegen mij: ik wil jou op die functie en als dat betekent dat ik wat moet aanpassen in mijn bedrijf, dan regelen we dat. Zo moet het gaan wat mij betreft.”

Tot slot, wat is een belangrijkst boodschap die je mee wilt geven?
“Je bent niet je beperking, je bent je talent’. Dit is niet alleen mijn visie, maar geeft ook weer hoe ik mijn eigen leven wil inrichten. Niet op basis van mijn beperking, maar op basis van wat ik kan en waar mijn talenten liggen. Dat is de essentie van hoe we in Nederland moeten omgaan met mensen met een beperking.”